Geestvonk wordt in de oosterse filosofie ‘Atman’ genoemd. Het is het residu, een restje, van de Onvergankelijkheid dat is overgebleven nadat de mens van de boom van kennis van goed en kwaad gegeten had.
De goddelijke geest werd steeds verder omhuld naarmate zijn ogen zich openden voor de scheppingswereld van de Scheppergod JHWH, ook wel demiurg genoemd. Deze neerwaartse spiraal in de steeds grofstoffelijk (dichter) wordende materie wordt in de Bijbel beschreven als de zondeval.