In Plato’s Timaeus, een theoretische verhandeling van hem waarin hij zijn natuurfilosofie uiteenzet, vormt een demiurg vanuit ongeordende materie (of bewegende chaos) de wereld naar het beeld van de Ideeën. Hierbij is dus geen sprake van een schepping uit het niets.
De betekenis van ‘demiurg’ is wereldbouwer. Zie voor nader uitleg en de afbeelding in hoofdstuk 2.
In de gnostiek is de demiurg noch goed noch slecht, in tegenstelling tot God, die enkel goed is. De goede God houdt zich verre van de wereld, terwijl de demiurg de schepper van het materiële universum is.
In de gnostiek wordt de demiurg vereenzelvigd met Jehova of JHWH (de God van het Oude Testament) omdat hij jaloers is en van zichzelf zegt dat hij de enige God is: anders zou hij het niet hoeven zeggen. Soms (bijvoorbeeld in het Geheime Boek van Johannes) wordt de demiurg geïdentificeerd met de figuur van Jaldabaoth, of Samaël; bij sommige andere gnostici met satan.
De Demiurg, ook wel lucifer, satan of duivel genoemd, heeft evenveel namen als gedaanten waarin hij zich vermomt. De mens zal niet in staat zijn om het eigenlijke wezen van de Demiurg te doorgronden.
De mens die hem als “enige God, en buiten Mij is er geen” aanbidt en vereert, komt daardoor vaak midden in een geweldige tweespalt terecht; in een chaos ten gevolge van zijn innerlijke (twee)strijd.
Het idee, dat de gevallen aartsengel Lucifer de belichaming van het ‘kwade’ principe is, is eigenlijk een foutieve benadering van de werkelijkheid.
Lucifer is in de oorsprong, het uitgangspunt en de stuwende kracht van het ‘verkeerde’ principe. Wat van hem uitgaat, zou men dus niet alleen het kwade principe moeten noemen, maar vooral ook het verkeerde principe.
Om zoveel mogelijk zielen gevangen te houden splitst de corrupte demiurg zijn Archonten in twee ogenschijnlijk tegengestelde teams: het duister versus het (valse) Licht. Voor de demiurg is het belangrijk dat we hem, of één van zijn hoofdagenten aanbidden. Het team van de ene hoofdagent zijn de Archonten, die zich voordoen als Lichtwezens. Het team van de andere hoofdagent zijn de Archonten, die werken voor het kwade, het Duister.
Maar beiden werken uiteindelijk toch voor de demiurg, die als Hoofd Archont de baas over hen is. Dit is in essentie hun geheim: Archonten zijn niet alleen demonische wezens, maar ook de zogenaamde opgestegen meesters en aartsengelen en andere (valse) Lichtwezens in de astrale atmosfeer.
Archonten kunnen, zoals eerder geschreven, alleen overleven door de energieën van zielen te oogsten tijdens hun leven op aarde en door hun steeds opnieuw incarneren naar de aarde.
De dualiteit tussen het duister en het licht is vanaf het begin van de schepping gecreëerd om de grootst mogelijke hoeveelheid aan zielenenergie te verkrijgen.
Mensen dienen als “accu” om de demiurg en zijn Archonten van energie te voorzien. De “goede zielen” kiezen het team van het (valse) Licht en de “slechte zielen” kiezen de donkere kant, maar onbekend voor de allermeeste mensen is, dat zij allen hetzelfde systeem dienen.
Alleen in de stoffelijke werelden komen de uitwerkingen van het licht en die van het duister samen. Gedurende de tijd, dat de mensenziel de stoffelijke gebieden voor zijn ontwikkeling doorloopt, werken deze beide tegengestelde principes voortdurend op hem in.
Aan welk principe de mensenziel zich overeenkomstig zijn wens meer overgeeft is beslissend voor zijn omhoog stijgen naar het (valse) Licht of zijn nederdalen naar het Duister.
De in mensen geïncarneerde Archonten, die zich op de hoogste niveaus van de aardse hiërarchieën bevinden, weten dat zij acteren in een egoïstisch systeem, dat alleen zichzelf dient. Maar ze vinden het prima, omdat ze macht kunnen uitoefenen en de energie van aanbidding ontvangen van de zielen, die zich op de lagere treden van de maatschappelijke ladder bevinden.
Zie hier voor meer informatie over de demiurg.