Wanneer je de inhoud van voorgaande lessen begrepen hebt en goed in je hebt opgenomen, dan weet je dat ook jij uitgekozen bent en tot het volk van God behoort. Ieder, die tot deze natie behoort, is in zijn leven koning-priester en oefent dit ‘ambt’ in zijn dagelijkse leven zo goed mogelijk uit.‘Wat houdt dit ambt van koning-priesterschap nu concreet in?’ zal je je natuurlijk afvragen.
Laten we beginnen met een voorbeeld uit de bloeiperiode van het volk Israël ten tijde van Koning David en Samuël, de profeet. De Koning besliste over het volk, maar hij werd daarin bijgestaan door de profeet. Die combinatie leidde tot de grootste bloeiperiode die Israël ooit heeft gekend.
Nu is het jouw beurt om te regeren over jouw land, jouw lichaam. Jouw Inzicht, jouw Weten is koning. De taak van de priester is offeren. De heilige Geest leidt jou naar het altaar dat opgesteld staat in jouw lichaam, dat in de heilige Taal een tempel of een gebedshuis genoemd wordt. Daar wordt door jou het dagelijks offer gebracht:
“Doe geen slechte dingen meer. Lieg niet langer, wees niet schijnheilig of jaloers, en roddel niet. Verlang als pasgeboren zuigelingen naar de zuivere melk van het woord. Pasgeboren baby’s verlangen naar melk. Net zo moet je ernaar verlangen om de woorden van God te horen. Dan kan jouw geloof groeien, en dan word je gered.
Want als je Gods woorden hoort, dan weet je hoe goed de Heer is.
God zegt in de heilige boeken: «Ik heb op de berg Sion de eerste steen gelegd voor mijn tempel. De steen die ik gekozen heb, is kostbaar en sterk. Je kunt er veilig op bouwen.» De Olijfberg bij het aardse Jeruzalem is de tegenhanger van de berg Sion bij het hemelse Jeruzalem in Gods nieuwe wereld.
Jezus Christus is de kostbare steen die God uitgekozen heeft. Hij is de levende steen. Want God heeft hem weer levend gemaakt, nadat de mensen hem gedood hadden. Jullie zijn in hem gaan geloven, en daardoor zijn jullie nu ook levende stenen. Laat je zelf als levende stenen gebruiken voor de bouw van een geestelijke tempel; een geestelijk huis, dat niet met handen gemaakt is.
Jullie brengen offers aan Godals heilige priesters. Jullie offer is het dienen van God door goed te leven. Want dankzij Jezus Christus doen jullie wat God wil. Voor jullie is Jezus Christus de kostbare steen die God uitgekozen heeft. Want jullie geloven in hem.
Maar voor ongelovigen is hij een rotsblok waaraan zij zich stoten, een steen waarover ze struikelen. Ongelovigen lijken op bouwers die de belangrijkste steen van een gebouw afkeuren en weggooien. Dat hebben zij met Jezus gedaan. Zij struikelen omdat ze Gods woord niet gehoorzamen. Dat heeft God zo bepaald.
Jij bent door God uitgekozen, en jij hoort bij hem. Nu zijn wij een heilig volk, een volk van priesters. God heeft ons uit de duisternis geroepen om te leven in zijn schitterende licht. Nu kunnen wij iedereen vertellen over de grote wonderen van God. Ooit waren wij niet eens een volk. Nu zijn wij het volk van God. Ooit was er niemand die voor ons zorgde. Nu zorgt God voor ons”.
Het ambt van koning-priesterschap in ons dagelijks leven maakt dat wij tot vreemdelingen worden in onze naaste omgeving en in de maatschappij.
“Vrienden, jullie zijn vreemdelingen geworden in de steden waar jullie wonen. Jullie wonen tussen de ongelovigen. Toch vraag ik jullie dringend om niet te leven zoals zij. Dat brengt jullie nieuwe, christelijke leven namelijk in gevaar.
Leid te midden van de ongelovigen een goed leven; laat hen zien dat jullie je goed gedragen vanuit een gezonde levensvisie, zodat zij niet langer slecht over jullie spreken. Misschien veranderen ze daardoor zelfs hun eigen leven. Leef als vrije mensen, en verschuil je niet achter je vrijheid om je te misdragen, maar handel als dienaren van God”.
Dat houdt concreet het ambt in van koning-priesterschap waartoe jij uitgekozen bent.